10.30 uur – (veel later dan gepland) per fiets richting Sint-Annaterrein ter voorbereiding van de Stoomcursus Verlorenwieldoprechtopzetten van morgen. De fietstocht, niet meer dan enkele honderden meters, kost me drie kwartier: werkelijk overal kom ik dingen tegen die bijzonder genoeg zijn om even af te stappen, er een foto van te maken, er een gedachte aan te wijden. Hier een vervallen schutting, daar een verkeersbord met vreemde spatiëring, ergens anders weer een uitbundig wapperende vlag.
11.15 uur – Sint-Annaterrein. Het zou me verbazen als dit niet met afstand het beste is wat Venray te bieden heeft. Na vele jaren van teloorgang gaat nota bene een Horstenaar het nu herontwikkelen. Houd m’n hart vast. Niet omdat het een Horstenaar is, wel omdat het wordt herontwikkeld. Zal vrees ik hoe dan ook een verlies zijn. Of verval ik nu weer te zeer in mijn rol van azijnpisser?
11.30 uur – besluit maar eens richting Merselo te fietsen. Ook slechts enkele kilometers, toch ben ik er opnieuw drie kwartier mee zoet. Maar ik zou toch ook wel gek zijn als ik voor zoiets (aan de Noordsingel) niet stop, afstap en er een foto van maak?
13.15 uur – terug in Casa Veni vidi Venray. In afwachting van bezoek. Dat wéér niet komt. Wat me wéér de gelegenheid biedt om aan teksten te werken. Balans schrijven – dingen doen is nog steeds totaal uit het lood.
14.57 uur – deel van het boekenkunstwerk van Erik van Maarschalkerwaard in de etalage van Casa Veni vidi Venray stort in elkaar. De oorzaak ligt ongetwijfeld bij de vrouw die gisteren buiten openingstijd en zonder mij aanvankelijk ook maar een blik waardig te keuren, boeken uit de stapels trekt om ze vervolgens zonder al te veel beleid weer terug te zetten. Tegen haar man: ‘Joa, ik loëp hier zoëma binne. Stóm dat ze die zoë nergezet hebbe.’ Bij het weggaan tegen mij: ‘Ik kan efkes nie vienge wat ik zuuk, ma ik kóm nog wel trug.’ Nou, liever niet eigenlijk. Waarom laat ik zulke dingen toch gebeuren? Nu zit ik met de gebakken peren, althans de omgevallen boeken.
18.00 uur – gegeten met Sanne Aben bij Anno ’54 (dat ’”54’ vanwege het feit dat Fortuna ’54 toen werd opgericht? Of omdat West-Duitsland dat jaar wereldkampioen werd?). Linguini met asperges en verrassingsdessert. Heerlijk.
21.00 uur – Odapark, theehuis. Vaak genoeg geweest, maar nog nooit voor de presentatie (‘release’) van een (debuut-)EP. Alles moet een eerste keer hebben. The Key heet de debuut-EP. Saull heet de jonge band (klik hier). Drie mannen, drie vrouwen. Concert van een klein uur. Onbevangen aan elkaar geluld door frontwoman (heet dat zo?) Auke Classens.
Als de band een nummer van Focus speelt, zegt Auke dat een deel van de aanwezigen die naam vermoedelijk wel iets zal zeggen. Gegrinnik: het gehoor bestaat inderdaad voor minstens de helft uit vijftigplussers. Onder wie Bert Albers, mijn eetmaatje van gisteren – zo klein is (cultureel) Venray dus. Loop ook Ingrid Koenen met echtgenoot en jongste dochter tegen het lijf. Ingrid is galeriehoudster te Horst en woont in Geijsteren. Haar man biedt me meteen wat te drinken aan, om maar te laten zien ‘hoe gul wij hier in Venray zijn’. Waarvan akte. Ingrid betrekt ook de vriend van Auke (z’n naam ben ik vergeten – waarvoor excuses) in het gesprek en geeft hem opdracht drie van mijn Veni vidi Venray-visitekaartjes onder het publiek te verspreiden. Iets waar ik zelf te bescheten voor ben. De vriend van Auke heeft zich er overigens aan geërgerd dat een politieke partij in Venray in haar verkiezingsprogramma had staan dat er bladkorven dienden te komen. ‘Alsof er geen belangrijker dingen zijn.’ Klopt. Toch probeer ik hem aan het verstand te peuteren dat bladkorven tot het allerbeste behoren dat ooit in Horst aan de Maas is uitgevonden. Hij lijkt niet erg overtuigd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten