maandag 23 april 2018

5 RDSTY AU UPTEMPO ME


Deze foto stuurde ik vanochtend naar een goede bekende. Waarop zij – bepaald niet van de straat – vroeg van welke kunstenaar dit werk was. ‘Anonieme meester’, was ik geneigd te antwoorden. Of ‘De omstandigheden’. Of ‘De tijd’. Of ‘Het weer’.


Als dit werk (hierboven een ander fragment) in een museum voor moderne kunst zou hangen, zou ik er ongetwijfeld compleet van ondersteboven zijn. Het hangt alleen niet in een museum, het hangt, zo ontdekte ik vanochtend, aan een elektriciteitshuisje aan de Stationsweg in Venray, waar het onderdeel is van een veel groter geheel.


Evengoed ben ik er compleet van ondersteboven en evengoed kan het zijn gemaakt door een kunstenaar. Een kunstwerk is het sowieso. Los daarvan heeft het ook nog eens een betekenis, een diepere lading.

Elk affiche laat zijn sporen na. Die afzonderlijke sporen vormen samen niet alleen een visueel aantrekkelijk geheel, ze vertellen ook een verhaal. Het verhaal van de vermaaksgeschiedenis in een bepaalde omgeving in een bepaalde tijd. Zo vertellen al die snippers en snippertjes samen, op al dan niet officiële aanplaklocaties, het verhaal van Venrayse kermis, van het Bierfest in Merselo, van het motorcrossweekend in Wanssum, van Jera On Air in Ysselsteyn, van stockcarraces op Raceway Venray.

Om terug te komen op het begin: zo heel erg vreemd is het niet dat mijn goede bekende in het werk de hand van een kunstenaar vermoedde. Kunstenaars putten sinds een kleine honderd jaar inspiratie uit verweerde affiches. Holly Moors schrijft op Moors Magazine, zijn onvolprezen dagelijkse elektronische krant, dat Raymond Hains (1926-2005) de eerste was (klik ook hier): 
‘Zo was hij bijvoorbeeld gefascineerd door affiches en hun geschiedenis – dat wil zeggen: hoe affiches in korte tijd al door weer en wind, regen, scheuren en over elkaar plakken een geheel ander leven gingen leiden en er een compleet nieuw kunstwerk ontstond. Hains was de eerste die oog had voor dit soort gevonden kunst, en leerde daardoor anderen beter kijken naar de schoonheid van het verval in het dagelijkse leven.’

Dag 4 – 22 april

7.45 uur – vol goede moed weer onderweg naar Casa Veni vidi Venray. M’n humeur wordt nóg beter als ik vrijwel meteen na het verlaten van m’n b&b stuit op een idyllisch tafereeltje aan de Henseniusstraat.


9.45 uur – met twee zakken vol verloren wieldoppen loop ik naar het Sint-Annaterrein waar ik om elf uur in m’n hoedanigheid van regiobestuurder van het Gilde der Verlorenwieldoprechtopzetters een stoomcursus verlorenwieldoprechtopzetten zal verzorgen. Voel me bevoorrecht om in deze paradijselijke omgeving een verlorenwieldoproute te mogen uitzetten.


10.53 uur – klaar met uitzetten. Laat de deelnemers nu maar snel toestromen! Maar Venray blijkt nog helemaal niet rijp voor een stoomcursus verlorenwieldoprechtopzetten. Of Venray acht zich te goed voor een stoomcursus verlorenwieldoprechtopzetten. Hoe dan ook: alleen Erik en Véronique en de moeder van Véronique komen opdagen. Van je trouwe supporters moet je het hebben! Waardoor het toch nog heel gezellig wordt. En zonder hen zou ik nooit die fan-tas-ti-sche automatiek, onderdeel van de voormalige schouwburg op het terrein, hebben ontdekt. Wee degene die het waagt hier ook maar één vinger naar uit te steken.


12.15 uur – Erik herstelt het boekenkunstwerk in de etalage van Casa Veni vidi Venray.


Daarna voor een lunch naar de ouders van Erik in de Rochusstraat. Véronique blijft me intussen maar overladen met tips over zaken waarover ik absoluut móet schrijven. Alsof ik niet elf dagen maar elf maanden de tijd heb.

14.00 uur – terug in Casa Veni vidi Venray. Waar ik zowaar een bezoeker mag begroeten: mijn tijdelijke overbuurman Ali komt langs voor een praatje. Ali is samen met z’n broer eigenaar van kapsalon Izzet Ezící, schuin tegenover Schoutenstraatje 15. ‘Kapsalon’ is in dit geval overigens wat kort door de bocht: Izzet Ezící afficheert zichzelf als Hair and make up artist – international stylist. Ali vertelt dat twee andere broers van hem twee kapsalons in Antalya bestieren. Op internationale festivals hebben de vier knippende broers tal van prijzen behaald. Niet verbazingweekend dus dat bezoekers van heinde en verre Izzet Ezící weten te vinden. De klandizie uit Venray zinkt daarbij vergeleken in het niet, aldus Ali. Over het Schoutenstraatje is Ali, die in juli een eetzaakje in de Passage zal openen, niet echt te spreken: geen uitstraling, te doods, er valt niets te beleven. Waardoor het wordt gemeden. Waarom geen lichtkunstwerk? Is in Antalya in een achterafstraatje ook gedaan en dat heeft vervolgens een tweede leven gekregen.


15.03 uur – warempel een tweede bezoeker. Bezoekster zelfs. Die graag wil weten wat hier te zien is. En die dolgraag dat boek van Geronimo Stilton, ergens onderaan in een van de stapels van het boekenkunstwerk van Erik, cadeau zou doen aan een meisje dat ze kent. Ik kan geen weerstand bieden en vis het boek uit de stapel. Wonderwel zonder dat het kunstwerk voor de tweede keer in elkaar dondert. Ze vraagt hoe ik heet. Wim? ‘Die naam betekent dat je een perfectionist bent en oog hebt voor detail.’ Zou het?

16.45 uur – naar Ivonne Voigt die me heeft uitgenodigd voor een maaltijd. Ze woont met Marc en hun kinderen Nora en Mikai in ’t Brukske. Toevallig hebben ze juist vanmiddag in hun voortuin en in die van de overburen (prachtige) banken geplaatst. Voor openbaar gebruik, bedoeld om de cohesie in de straat te vergroten, medegefinancierd met een kleine stimuleringsbijdrage van de gemeente. Hebben wij in Horst aan de Maas ook zoiets? Nee? Waarom voeren we het dan niet in?


We praten over hun werk (Ivonne bij het Duitse oorlogskerkhof in Ysselsteyn, Marc bij de Belastingdienst in Utrecht), over de kinderen, over de vele nationaliteiten in ’t Brukske, over de PvdA, over Boschveld, over het fotoboek dat Ivonne heeft gemaakt van een theatervoorstelling op het oorlogskerkhof in Ysselsteyn, over de prachtige 13-jarige kat (naam: ‘Poes’) die door het fraai ingerichte huis paradeert. Eigenlijk zou ik aantekeningen moeten maken, maar dat zou onvermijdelijk ten koste gaan van het gesprek en dat is nu ook weer niet de bedoeling.


Heerlijke groetensalade (heet dat zo? Ik ben culinair bijzonder slecht onderlegd), waarin zo ongeveer 73 verschillende groenten zijn verwerkt. Een paprikasmeerseltje is zo mogelijk zelfs nog heerlijker. Als toetje schotelen Nora en Mikai me een dansvoorstelling op punkmuziek voor. Om nooit te vergeten. Dankjewel, Ivonne, Marc, Nora en Mikai!      

19.00 uur – het onweer blijft gelukkig op een afstandje. Biedt me de kans om te doen wat ik het liefste doe: zomaar een beetje rondfietsen. Passeer weer de voormalige Dr. Poelsschool aan de Langeweg, waarin nu onder meer Omroep Venray is gevestigd.


Ik ben de afgelopen dagen door verschillende mensen aangesproken die hun zorgen uitten over de toekomst van dit voorbeeldig staaltje wederopbouwarchitectuur. Dat plaats zou moeten maken voor godbetert een supermarkt. Laat Venray dan voor één keer een voorbeeld nemen aan Horst aan de Maas. Daar werd een lokale exponent van het modernisme, gebouw Mooren, tien jaar geleden met sloop bedreigd. Bijtijds kwamen de beleidsbepalers tot inkeer. Het gebouw werd gerestaureerd en nu straalt het weer als vanouds.  

21.00 uur – terug in Casa Veni vidi Venray om nog wat te schrijven. Daarna terug naar m’n b&b, waar ik tot de ontdekking kom dat Feyenoord de bekerfinale heeft gewonnen. Voetbal volgen schiet er helaas wat bij in deze dagen. Nou ja, je kunt niet alles hebben.