6.30 uur – in Hallo Venray lees ik dat
de Venrayse politiek zich zorgen maakt om de ‘gevaarlijke rotonde’ tussen
Oostsingel, Zuidsingel en Henri Dunantstraat. De veiligheid van fietsers zou er
onvoldoende zijn gewaarborgd. Heb ik persoonlijk de afgelopen week niets van
gemerkt. Als er in Venray iets beter is dan in Horst aan de Maas, dan zijn het
wel de rotondes. Waar je in Horst aan de Maas bij de nadering van een rotonde steeds
twijfelt of je als fietser nu wel of geen voorrang hebt, is het in Venray zo
klaar als een klontje: fietsers genieten voorrang. Altijd en overal. (Het
wachten is nu natuurlijk op een Venraynaar die me op dit punt gaat corrigeren.)
Verder wordt me bij lezing van Hallo
Venray duidelijk dat CDA’ers hier in hun stukjes al precies hetzelfde
zalvende niets-aan-de-hand-toontje aanslaan als hun collega’s in Horst aan de
Maas.
7.15 uur – drukte van belang als ik naar Casa
Veni vidi Venray wandel: Koningsdag. Zie verschillende kinderen bezwijken
onder het gewicht van de tassen waarin ze hun kindermarktspullen meezeulen.
10.30 uur – m’n schrijfwerk zit er voorlopig weer op. Tijd voor een
fietsrondje. Eerst maar eens richting Veltum, om nogmaals foto’s te maken van
de verscheidenheid in de eenheid van de garageboxen aan de Weverstraat. Om een werkelijk
geslaagde serie te maken zou ik veel meer tijd moeten nemen en over veel betere
apparatuur moeten beschikken.
10.48 uur – De Perdstal beroemt zich erop de beste pannenkoekenbakker van
Limburg te hebben. Kon wel eens veranderen met de Horster kasteelboerderijpannenkoek
in aantocht.
10.58 uur – het buitengebied in de omgeving van Merselo oogt wat lieflijker dan
dat van gisteren in de omgeving van Heide, Veulen en Leunen. Toch besluit ik m’n
verkenningen van het Venrayse buitengebied vanaf nu te staken: de
overeenkomsten tussen Venray en Horst aan de Maas zijn me te groot. De
verschillen ontdekken vind ik interessanter. Ik weet inmiddels dat ik daarvoor
in de eerste plaats in Venray zelf moet zijn en niet in het buitengebied.
11.15 uur – een van mijn grootste genoegens is het bezoeken van
industrieterreinen op zon- en feestdagen, als ze nagenoeg verlaten zijn. Ook
hier, op industrieterrein Smakterheide, in de omgeving van de Maasheseweg, is
het volop genieten. Hoewel: het voormalige Inalfa-complex in staat van
ontbinding zien doet me pijn.
Het zal toch niet op de schop gaan? Zou zonde zijn van zo’n karakteristiek voorbeeld
van wederopbouwarchitectuur. Ik raak onder de indruk van het ritme van de
gevels, van het gebrek aan opsmuk, van de overkragingen (als dat de juiste term
is), van het het-is-niet-meer-dan-het-is.
Het gebouw heeft geen tierlantijntjes nodig, het heeft genoeg aan z’n soberheid
om te imponeren.
12.25 uur – op het Sint-Servaasterrein. Ik hoor livemuziek. Die klinkt zoals
deze auto
(ongetwijfeld de muzikantenauto) oogt:
bijzonder aanlokkelijk. Slechts met grote moeite weet ik de verleiding te
weerstaan om hier halt te houden. Andere verplichtingen roepen.
12.40 uur – op het fietspad waar ik eerder deze week een graffito van het
mannelijk geslachtsdeel met het bijschrift ‘Naailand’ aantrof, trekt nu een
gemaltraiteerde lantaarnpaal m’n aandacht. Ik heb ‘m nooit in ongemaltraiteerde
staat gezien, maar ik kan me niet voorstellen dat ie toen mooier was.
14.00 uur – de Venraynaren zijn te zeer in Koningsdagstemming om een bezoek te
brengen aan
Casa Veni vidi Venray.
Komt me eerlijk gezegd wel goed uit omdat het me de kans biedt verder te
schrijven en foto’s en teksten op te hangen. Zo langzamerhand dient zich wel een
keuze aan waar ik al dagenlang tegenop zie: de wand waarop ik in woord en beeld
verslag doe van m’n bevindingen is bijna vol – op welke van de overige wanden
moet ik verdergaan? Nog maar eens een nachtje over slapen.
17.30 uur – eetafspraak thuis bij Mariëlle van der Beele, haar partner Peter
van de Laar en zoon Jim (groep 3). Vrijdag is hun vaste fritesdag. Of dat geen
bezwaar is, heeft Mariëlle me van tevoren gevraagd. Natuurlijk niet, ik eet wat
de pot schaft, mits die vegetarisch is. In afwachting van de frites voetbal ik met
Jim. Hij weet de spelregels steeds zo te veranderen dat hij uiteindelijk als
winnaar uit de bus komt. Ik heb er vrede mee, ben nooit een winnaarstype
geweest. Daarna frites van Vette Perry, met wederom een gekruide groentekroket.
Mariëlle werkt nu bij de Kunstwerkplaats en heeft in het verleden bij enkele
woningbouwverenigingen gewerkt. Peter is medewerker leefbaarheid bij Wonen
Limburg, eerst jarenlang in ’t Brukske, nu in Horst aan de Maas en Venlo. We
spreken lang over ’t Brukske, waar Peter ook is opgegroeid. Jammer dat ik Peter
pas ontmoet nu m’n verblijf in Venray op z’n eind loopt. Hij had me zonder enig
probleem in contact kunnen brengen met enkele bewoners van de binnenring van de
wijk – iets dat ik heel erg graag zou willen. Mensen uit Polen en de vraag hoe
je hen meer bij de Nederlandse samenleving kunt betrekken zijn een ander gesprekspunt.
Ook nu weer heb ik het gevoel dat we nog uren door zouden kunnen praten. Zó
boeiend. We spreken af om elkaar na afloop van
Veni Vidi Venray nogmaals te ontmoeten.
19.15 uur – terug in
Casa Veni vidi
Venray, waar Jan Philipsen de voorbereidingen treft voor zijn presentatie. Die
gaat over een boom. Een eeuw geleden de enige boom in het verder kale Peellandschap
waarin na de Tweede Wereldoorlog het dorp Evertsoord zal ontstaan. Dat maakte
de boom zo bijzonder dat ie zelfs op topografische kaarten werd weergegeven.
In de werkelijkheid zag dat er zo uit:
Jan heeft deze foto uit 1939 tot in het kleinste detail geanalyseerd. Uit de kleding
van de drie mannen op de voorgrond leidt hij af dat de foto op een zondag moet
zijn gemaakt. En wel aan het eind van de middag, gezien de lange schaduwen. De
hoogte van het graan (rogge) duidt op een dag ergens eind juli, begin augustus.
In feite is de functie van het paaltje, enkele meters links naast de drie
mannen, het enige vraagteken waar hij nog mee zit.
Verdere details over de voordracht van Jan ga ik hier niet precies uit de
doeken doen, had u maar moeten komen luisteren. Ik kan u wel verklappen dat het
een prachtige avond was: informatief, vol humor en discussie. En ook Nietzsche
kwam nog even voorbij.
22.45 uur – terug in mijn b&b waar ik kennismaak met Ruben, de zoon des
huizes, en diens vriend Seth Hirdes. We praten nog bijna anderhalf uur over het
kunstklimaat in Venray, over het Schoutenstraatje en over mijn verblijf hier in
Venray. Ze hebben goede herinneringen aan Horst aan de Maas, de Horster meisjes
en Heveco. In dat laatste zouden ze wel eens vrij alleen kunnen staan.