6.15 uur – steeds vroeger op omdat ik steeds meer het gevoel krijg dat ik
achter de feiten aanhol. Van alles dat ik wilde zien en doen in Venray heb ik
naar schatting nog niet eens een kwart gerealiseerd. Terwijl de helft van m’n
verblijf hier er toch alweer opzit. Tot m’n grote spijt, ik had vooraf nooit
kunnen denken dat het zó fijn is om in Venray te zijn.
8.30 uur – Roel Sanders komt, min of meer toevallig, langs in Casa Veni vidi Venray. Roel komt uit Horst en is beeldend kunstenaar. We praten over mijn ervaringen hier en over kunstwerken in Venray. Ik zeg dat vanaf het begin een van mijn doelstellingen was om een top 5 van Gussen Wie-kunstwerken te maken, maar dat ik me nu afvraag of het nog wel zover zal komen. Daarop vraagt Roel me of ik het kunstwerk ken dat ooit voor de schouwburg stond en dat in de verte wel enige verwantschap met dat van Gussen Wie heeft. Nee, ken ik niet. Waar staat het nu dan? Ergens verstopt bij een school in ’t Brukske, aldus Roel. Ik moet het volgens hem beslist gaan bekijken.
11.15 uur – Jeanny van Lieshout komt me ophalen voor een wandeling. Zoals met veel anderen die ik hier spreek: we weten van elkaar wie we zijn, maar hebben elkaar nooit gesproken. Jeanny is kunstenares. Ze is Horsterse van geboorte maar er al een jaar of veertig geleden vertrokken. Ze heeft in Maastricht en Geijsteren gewoond en gewerkt en doet hetzelfde nu al jaren in Venray. We wandelen richting het Sint-Annaterrein, waar ze haar atelier heeft. Onderweg vertelt ze over haar leven en laat ze me enkele bijzondere plekken zien. Zoals de Lourdesgrot aan de Sint-Jozefweg, die ze regelmatig bezoekt. Jeanny begroet beheerder Herman Elbers, die z’n ongenoegen uit over het feit dat Bernadette (zeventig kilo!) onlangs is weggehaald.
8.30 uur – Roel Sanders komt, min of meer toevallig, langs in Casa Veni vidi Venray. Roel komt uit Horst en is beeldend kunstenaar. We praten over mijn ervaringen hier en over kunstwerken in Venray. Ik zeg dat vanaf het begin een van mijn doelstellingen was om een top 5 van Gussen Wie-kunstwerken te maken, maar dat ik me nu afvraag of het nog wel zover zal komen. Daarop vraagt Roel me of ik het kunstwerk ken dat ooit voor de schouwburg stond en dat in de verte wel enige verwantschap met dat van Gussen Wie heeft. Nee, ken ik niet. Waar staat het nu dan? Ergens verstopt bij een school in ’t Brukske, aldus Roel. Ik moet het volgens hem beslist gaan bekijken.
11.15 uur – Jeanny van Lieshout komt me ophalen voor een wandeling. Zoals met veel anderen die ik hier spreek: we weten van elkaar wie we zijn, maar hebben elkaar nooit gesproken. Jeanny is kunstenares. Ze is Horsterse van geboorte maar er al een jaar of veertig geleden vertrokken. Ze heeft in Maastricht en Geijsteren gewoond en gewerkt en doet hetzelfde nu al jaren in Venray. We wandelen richting het Sint-Annaterrein, waar ze haar atelier heeft. Onderweg vertelt ze over haar leven en laat ze me enkele bijzondere plekken zien. Zoals de Lourdesgrot aan de Sint-Jozefweg, die ze regelmatig bezoekt. Jeanny begroet beheerder Herman Elbers, die z’n ongenoegen uit over het feit dat Bernadette (zeventig kilo!) onlangs is weggehaald.
13.30 uur – Teruglopend naar Casa Veni vidi Venray bedenk ik me maar weer eens hoe geweldig het is wat ik hier allemaal meemaak.
15.15 uur – Jan Thijssen op bezoek in Casa Veni vidi Venray. Ook Jan is Horstenaar van geboorte en ook hij is er al meer dan veertig jaar uit weg. Hij is kastelein geweest, maar schrijft nu vooral. Over het Sint-Annaterrein is Jan pessimistisch gestemd: hij vreest de komst van een slagboom en een groot hekwerk. Ik vraag Jan hoe trots Venray eigenlijk is op z’n gehucht met de naam Lull. Trots? Venray lijkt zich er eerder voor te schamen, aldus Jan. Typerend: overal hangen de bruine straatnaambordjes waarop de historische naam van een straat of weg is weergegeven goed in het zicht. Alleen dat van de Lullse Steegh hangt op een onmogelijke plaats. Jan heeft overigens een vlaaitje voor me meegenomen. Een zeer welkome geste nu ik de overheerlijke kersenkruimelvlaai van bakkerij Gerards-Steeghs een week moet missen.
16.30 uur – als Jan weg is, spring ik meteen op de fiets, op zoek naar het bordje van de Lullse Steegh. Jan heeft gelijk: het hangt hoog verstopt aan de voorgevel van restaurant Anno ’54. Hebben ze in Venray iets dat ze nergens anders hebben, schamen ze zich ervoor. Rrrraaarrr.
18.30 uur – terug in Casa Veni vidi Venray. Gé Peeters komt op bezoek. Gé is al zo ongeveer m’n hele leven een (voetbal)vriend. Hij heeft negen jaar in Venlo gewoond, ik schat ongeveer 25 jaar in Horst en woont nu sinds ongeveer (sorry Gé, ben de precieze aantallen vergeten) twintig jaar in Venray (Brukske – ‘Buitenring schijn je er dan bij te moeten zeggen’). Hij is docent aan Dendron in Horst, maar heeft ook een lang verleden als onderwijzer in Venray. Een ervaringsdeskundige bij uitstek dus om de verschillen tussen Venray en Horst aan de Maas te duiden. Hij heeft zich terdege voorbereid op dit gesprek. Zo heeft hij in familiaire kring de meningen gepeild. Dochter Imke: ‘In Venray onweert het niet zo vaak als in Horst.’ Zoon Sjoert: ‘Horst is mooier. Je komt meteen bij dat bos en dat kasteel.’ Echtgenote Nicole: ‘In Horst is meer gemeenschapszin. Men is er eerder bereid zichzelf weg te cijferen voor een gemeenschappelijk doel. In Venray heeft iedereen meer z’n eigen belangetjes.’ Gé zelf: ‘In Venray heerst inderdaad meer een ik-cultuur.’ Waarschijnlijk om te voorkomen dat de familie Peeters, met uitzondering van Imke, na deze uitspraken op staande voet wordt verbannen uit Venray, komt Gé ook met positiefs: ‘Peel en Maas! Wat mis ik dát in Horst. Zó goed geïnformeerd. En niet alleen ditjes en datjes, nee, ook veel aandacht voor de plaatselijke politiek. Peel en Maas is voor mij echt een middel om me betrokken te houden bij Venray.’ Ook over de Venrayse trapveldjes is Gé zeer te spreken (kom ik nog een keer op terug in een apart stukje).
20.30 uur – Gé vertrekt, Liverpool – Roma wacht. Zou ik zelf ook maar wat graag willen zien. Besluit toch te gaan werken aan dit verslag, anders zit ik morgenochtend weer veel te lang te schrijven. En ik wil er nu eindelijk wel eens echt op uit!
22.45 uur – terug in m’n b&b. Waar ik een mini roze koek nuttig. Ik moet de caissière van Jumbo in ‘t Brukske teleurstellen: tegenvaller, mier- en mierzoet.