zondag 22 april 2018

De stad verbeeld

G. attendeerde me donderdag op de expositie De stad verbeeld die een dag later in het Venrays Museum zou openen. ‘Moet ik naartoe’, wist ik meteen. Als ik ergens m’n vooroordeel over de stadse pretenties van het dorp Venray bevestigd wilde krijgen, moest het daar wel zijn.


Natuurlijk pakte het, toen ik vrijdagmiddag de opening bezocht, weer eens heel anders uit, confronterend zelfs. Met Venray als stad bleek het sowieso niets van doen te hebben. Wel met steden in het algemeen. Het bleek te gaan om een expositie van het werk van VMBO 4-eindexamenkandidaten van Raayland (Venray) en Dendron (Horst) voor het praktisch examen Beeldend Vormen.


Eerlijk gezegd ben ik geen groot liefhebber van exposities van werk van middelbare schoolleerlingen in musea. En toch zal deze expositie me nog lang bijblijven. Waarom? Omdat ik werd geraakt door de uit het werk van de leerlingen sprekende creativiteit, verbeeldingskracht en vrijheid van geest. En omdat ik dit als vanzelf ging vergelijken met mijn eigen verleden op dit gebied op het Boschveldcollege, mijn middelbare school. En dit laatste was dus behoorlijk confronterend. Op Boschveld ben ik nooit iemand tegengekomen die mijn creativiteit (die ik net als iedereen heb) tot leven heeft weten te wekken. Niet op tekengebied, niet op handvaardigheidsgebied en zelfs niet op schrijfgebied. Dat het niet gelukt is die creativiteit tot leven te wekken, dáár zit ik niet zo mee. Erger is dat ik, achteraf bekeken, de indruk heb dat het ook nooit heel hard is geprobeerd. Dat nooit iemand me heeft gestimuleerd nu eens buiten de lijntjes te kleuren, om nu eens dat schoolse los te laten en m’n verbeelding aan het werk te zetten.

Ja, ik ben jaloers op die leerlingen van Raayland en Dendron. Die, zo blijkt uit de expositie, ontegenzeggelijk wél docenten hebben getroffen die het beste uit hun scheppend vermogen hebben weten te halen. Ze zullen het nu misschien nog niet beseffen, maar daar mogen die leerlingen hun docenten dus voor altijd dankbaar voor zijn.

Zomaar een paar voorbeelden: Kopenhagen: de groenste stad van Jacco van Duijnhoven,


The world in a cube van Han Ulder,


Van hier tot Tokyo van Meike Wijnhoven,


Wat een drukte in de stad van Robbert Jakobs


en misschien wel mijn favoriet: De geschrokken wezens van Beau Jenniskens.


Ik kon me overigens niet aan de indruk onttrekken dat de werken van de Dendronleerlingen nog ‘vrijer’ zijn dan die van de Raaylandleerlingen. Al kan het ook zijn dat m’n chauvinisme me nu in de weg zit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten