woensdag 25 april 2018

Dag 7 – 25 april

7.30 uur – in Casa Veni vidi Venray. Werken aan teksten duurt natuurlijk toch weer langer dan gisteravond gedacht. Het besef dat lang niet alles gaat lukken dat ik me had voorgenomen is nu wel ingedaald. Geeft ook rust: laat me niet langer voortjagen door het idee dat ik nog een heel programma moet afwerken.

10.30 uur – met gezwinde spoed richting ‘t Brukske, in de hoop dat het me nu wel lukt het kunstwerk op te sporen waar Roel het gisterochtend over had en dat ooit voor de schouwburg stond. Gelukkig heeft Gé me gisteravond zó’n gedetailleerde aanwijzingen gegeven dat ik het haast niet kan missen. En inderdaad, weggestopt achter een hoge flat vind ik het. Wéér een missie volbracht. (Over het werk zelf en wat daarmee samenhangt schrijf ik een dezer dagen nog een apart stukje.)


10.55 uur – ‘t Brukske heeft, weet ik, een slechte naam. Ik vind het er heerlijk. Landweert had maandag al veel te bieden, maar ‘t Brukske nog veel meer. Zoals een boekenruilkast:


Al staat het wat paternalistische toontje waarmee Wonen Limburg dit omkleedt, me enigszins tegen: ‘Het is een nieuwe manier van “delen”. Deze ontwikkeling past goed in onze tijd: mensen hebben door de crisis minder te besteden en zijn bereid meer met elkaar te delen.’        

11.05 uur – ‘t Brukske is ook een opvallend groene wijk: tal van speeltuintjes, trapveldjes en speel- en ligweides. Een bank van pallets doet me zelfs vermoeden dat de Horster palletkunstenaar Micky Verhaeg zich buiten de gemeentegrenzen heeft gewaagd (wat bij navraag niet het geval blijkt te zijn):


En voor liefhebbers van olifantenpaadjes is ‘t Brukske helemaal het nec plus ultra.


11.17 uur – met grote stappen komt ie op me afgebeend. Al van een afstandje begint ie te roepen. ‘Hé, chef! Wat ben je aan het doen, man? Je bent zomaar foto’s aan het maken! Wat is je bedoeling? Ben je soms helemaal gek geworden?’ Als ik nu ga zeggen dat ik foto’s maak van olifantenpaadjes, ziet hij daar ongetwijfeld een bevestiging in van z’n vermoeden dat ik gek ben geworden. Ik besluit toch een poging te wagen. Tevergeefs natuurlijk. Ach ja, zó bijzonder was dit olifantenpaadje nou ook weer niet. En het gebeurt me niet elke dag dat ik met ‘chef’ wordt aangesproken.

11.30 uur – richting Leunen. Het buitengebied oogt hier identiek aan dat van Horst aan de Maas: lelijke grote schuren en stallen, hier neergeplempt zonder oog voor de omgeving. Het alomtegenwoordige landbouwplastic draagt verder bij aan het rommelige totaalbeeld.

12.25 – bij het perceel achter de kerk in Leunen waar een aantal werken van beeldhouwer Gussen Wie (Louis Claessens) staan opgesteld. Ben hier al eens eerder geweest. Hoe lovenswaardig ik het initiatief ook vind, ik blijf me erover verbazen dat de werken verscholen staan achter dennenbomen. Het zal ongetwijfeld een reden hebben – ik vraag me alleen af welke.


15.07 uur – een vrouw treedt Casa Veni vidi Venray binnen in de verwachting dat het een winkel is. Ik help haar uit de droom. We raken aan de praat. Ze heet Elly Staaks. ‘Uut d’n Boschhuuze.’ De ‘levventige kant’ welteverstaan. Elly vertelt hoe geweldig het was om als kind in Boschhuizen op te groeien, met de onafzienbare bossen als achtertuin. Het gehucht was even klein als hecht, iedereen stond altijd voor elkaar klaar. Ik zie m’n kans schoon om meer aan de weet te komen over Lull. Lull? ‘Als we vanuit d’n Boschhuuze, door sommigen afgekort tot bh, richting Lull fietsten, kwam ’t Brukske al in zicht. Waar Lull precies ligt? Tussen Billen Hannes en Naeje Pat. Heis Petran woonde daar precies tussenin. Als je de Spurkterdijk helemaal afrijdt kom je precies bij Billen Hannes uit.’ Ook Pollen Bert passeert nog de revue.

15.24 uur - Ivonne Voigt, m'n eetmaatje van afgelopen zondag, jomt even binnenlopen. Zoon Mikai is helemaal ondersteboven als hij hier een foto van 'zijn'gele bank ziet hangen. Dochter Nora wordt niet vrolijk van de foto van sportpark De Vloet in Merselo: 'Daar verliezen we altijd met voetballen.'

15.43 uur – een volgende bezoeker is vooral geïnteresseerd in het boekenkunstwerk van Erik. Al mag ik het van hem (‘verwoed lezer’) geen kunstwerk noemen, daarvoor is het te snel in elkaar geflanst en had het veel strakker moeten worden vormgegeven. Ik probeer ‘m aan de hand van het ‘latjeskunstwerk’, dat aan de muur achter mijn werktafel hier hangt, duidelijk te maken dat Erik niet iemand is die zomaar iets in elkaar flanst. Ik geloof niet dat ik ‘m weet te overtuigen.


(Overigens is ‘boekenkunstwerk’ een etiket dat ík op de installatie heb geplakt, Erik zou dat zelf nooit doen en op z’n minst een veel originelere naam hebben bedacht. Vermoedelijk iets à la ST 76bis 2.)

17.30 uur – fiets richting de Brabander, een nieuwe wijk die me niet echt kan bekoren. Te aangeharkt. M’n humeur wordt er niet beter op als ik weer eens een kunstwerk, ditmaal van Gussen Wie, niet kan vinden. Ook al een repeterend patroon.

18.15 uur – Jan Thijssen komt me ophalen voor een eetafspraak. Jan Thijssen? U weet wel, die man die me gistermiddag is komen verblijden met een vlaaitje. Broccolisoep, bonenschotel met rijst en yoghurt met verse aardbeien. Ik vraag me deze week vaak af waaraan ik het toch allemaal te danken heb.


Jan woont al een kwart eeuw met veel plezier in Landweert. Een wijk met, zo vertelt hij, bewoners van vele verschillende nationaliteiten. Verschil met (de binnenring van) ‘t Brukske, aldus Jan, is dat die verschillende nationaliteiten hier over de hele wijk zijn verspreid. We praten onder meer over de Venrayse burgemeesters die hij heeft gekend, over het genoegen dat valt te beleven aan ogenschijnlijk oninteressante dingen en over het schrijven van artikelen en columns en de reacties daarop.

20.00 uur – Jan zet me weer af bij Casa Veni vidi Venray. Waar ik nog twee uur werk aan dit verslag. De tweede Champions League-avond op rij die aan me voorbijgaat. Een zwaar offer. Maar verder zal je me niet horen klagen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten