zondag 29 april 2018

Dag 10 – 28 april

7.30 uur – laatste volledige dag van Veni Vidi Venray. Ook nu het dagelijkse patroon: van mijn b&b in de Henseniusstraat loop ik via een doodstille Grotestraat naar Casa Veni Vidi Venray om daar te gaan schrijven.

10.30 uur – de fiets op maar weer. Eerst naar Veltum, waar de dertig verschillende tinten groen van de flat aan de Hubenhof me nu pas opvallen. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat ik daar de afgelopen tien dagen achteloos aan voorbij ben gefietst?


10.53 uur – in ’t Brukske ontdek ik zowaar twee originele anti-hondenpoepbordjes.


Qua hondenpoepfrustratie lijkt het in Venray allemaal best mee te vallen. Ik heb hier althans weinig zelf in elkaar geknutselde drollenaanklachten kunnen ontdekken – dat is in Horst aan de Maas wel anders. Al kan het natuurlijk ook zo zijn dat de Venrayse anti-hondenpoepactivisten al in een grijs verleden het moede hoofd in de schoot hebben gelegd.

11.25 uur – ik dacht de olifantenpaadjes in ’t Brukske wel allemaal zo’n beetje te hebben gezien. Dat blijkt een misvatting, overal ontdek ik nieuwe exemplaren die ik bij m’n eerdere Brukskebezoekjes ben misgelopen. Mocht ik ooit nog keer worden uitgenodigd voor een artist-in-residenceschap in Venray, dan zou ik bij voorkeur uitsluitend en alleen in ’t Brukske willen bivakkeren. En echt niet alleen vanwege de olifantenpaadjes.

11.57 uur – ik mag hier dan regelmatig de loftrompet over Venray hebben gestoken, ook in Venray is het niet louter rozengeur en maneschijn. Ik had verwacht hier, in een toch veel stedelijkere omgeving dan Horst aan de Maas, een levendige graffiticultuur aan te treffen. Het tegendeel is het geval, ik heb zelfs de indruk dat Horst aan de Maas Venray op graffitigebied naar de kroon steekt. Mogelijk is mijn verblijf hier te kort geweest om een afgewogen oordeel te kunnen vellen. Hoe dan ook, de pilaren onder de brug over de spoorlijn in Oostrum bevatten tenminste iets dat er nog een beetje op lijkt.


12.17 uur – Zit ik me te beklagen over het gebrek aan graffiti in Venray, kom ik dit tegen op de Stationsweg in Oostrum:


Dit zijn nou de dingen waar ik het allemaal voor doe! Zó intrigerend! Onderdeel van een educatief klimaatproject voor basisschoolleerlingen? Een aanwijzing voor wegenbouwers dat die straatkolk precies op deze plaats moest worden aangebracht?  

14.23 uur – Ruben Creemers wipt even binnen in Casa Veni Vidi Venray, dat vanmiddag voor de laatste maal open is voor publiek. We constateren samen dat het een hele uitdaging is om het Schoutenstraatje te verlevendigen. Daarna besteed ik m’n tijd aan het schrijven, printen en ophangen van teksten. Na er nachtenlang van wakker te hebben gelegen, besluit ik de documentatie van dit project voort te zetten aan de wand tegenover de (nu volle) wand waarop ik ben begonnen.

16.00 uur – de deur van Casa Veni Cidi Venray gaat dicht: de Stoomcursus Verlorenwieldoprechtopzetten op het Sint-Annaterrein wacht. Ik pak m’n twee vuilniszakken met verloren wieldoppen, zeul ze mee naar het vijfhonderd meter verderop gelegen Sint-Annaterrein, trek m’n speciaal aangeschafte feloranje werkhandschoenen aan, zet op het terrein een route uit met veertien haltes waar ik iets zal vertellen over de wieldop die ik daar heb rechtop heb gezet, neergelegd dan wel opgehangen, trek m’n feloranje werkhandschoenen uit als dit klusje is geklaard, wacht bij de portiersloge tien minuten lang of er deelnemers komen opdagen, trek als dit niet het geval blijkt te zijn m’n feloranje werkhandschoenen weer aan, loop de zojuist uitgezette route in tegengestelde richting terug, stop de verloren wieldoppen weer in de twee vuilniszakken, trek m’n feloranje werkhandschoenen uit, zeul de volle vuilniszakken weer mee terug naar Casa Veni Vidi Venray en bedenk me onderweg dat ik het afgelopen uur een performance zal noemen – je moet je mislukkingen vieren.


18.06 uur – aankomst van Jan Dirk van der Burg, vanavond de laatste gast in Casa Veni Vidi Venray. Samen eten we in De Uitmarkt. Ik veganistische saté, Jan Dirk saté (‘dat brengt het flexitariërschap met zich mee’). We hebben heel wat te bepraten: we hebben elkaar te lang niet gezien, wat mede een gevolg is van het feit dat Jan Dirk er een groot genoegen in schept altijd iets te organiseren als VVV een thuiswedstrijd speelt en ik dus telkens verstek moet laten gaan.

20.15 uur – na een introductie waarbij hij een selectie van eerder werk toont, begint Jan Dirk met zijn show Morning Glory, een combinatie van beeld en gesproken woord, die hij heeft aangekondigd als ‘een uur infotainment door middel van een frisse duik in het bad van de erotiek. De mooiste recensies van teleurgestelde hoerenlopers, een analyse van “de witte sok”, een fenomeen dat immer op gespannen voet leeft met een potentieel seksueel verlangen én wat zijn radiator-hoeren eigenlijk?’ Iedereen die er niet bij is (en dat zijn er velen), moet zichzelf voor z’n kop slaan. In één woord: hilarisch. Door alle foute clubnamen (Coco Plaza, Pico Bello Club, Landhuis Rianda), foute liggingen (bedrijventerreinen, hoogspanningsmasten, desolate provinciale wegen), foute vormgeving en architectuur (golfplaten, dichte rolluiken, hekwerken), foute recensentennamen (Zaadgranaat, Bazookajoe, Sjaak de Wipper) en foute recensies (‘Pijpen is nog steeds opperbest, maar er gaat niets van uit’, ‘Wat een slappe weke doos zeg’, ‘Ondanks een dot glijmiddel kreeg ze hem er niet in’).


Als Jan Dirk aan het einde nog wat recent eigen werk wil vertonen, loopt z’n onlangs aangeschafte laptop steeds vast bij een recensie van Scharrelpik – zo’n avond is het ja.

22.30 uur – Jan Dirk vertrekt, hij heeft nog werk te verrichten op het Rabarberfeest in Heide. Ook al zoiets.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten